Paragrafen

Bedrijfsvoering

De totale capaciteit bestaat uit inhuur en eigen medewerkers en wordt zowel ingezet voor de realisatie van investeringen (balans) als voor de begrotingsprogramma’s.

Verschil begroot – gerealiseerd in de exploitatie

In 2022 zijn € 2,7 miljoen minder capaciteitskosten toegerekend aan de exploitatie dan begroot. Aan lonen is € 4,6 miljoen minder besteed door openstaande vacatures. Een deel van de betreffende plekken is tijdelijk opgevuld met inhuur-medewerkers. Daarbij speelt de krappe arbeidsmarkt een belangrijke rol. Het is moeilijk om vaste medewerkers te werven. Daardoor staan formatieplaatsen soms langere tijd open. In de huidige arbeidsmarkt is het zelfs moeilijk om deze openstaande plekken in te vullen met duurdere inhuur-medewerkers. Overigens zijn de inhuurkosten ten opzichte van 2021 verder gedaald door de ingezette verambtelijking : van € 24,6 miljoen in 2021 naar € 16,4 miljoen in 2022.
De overige kosten bevatten een onderuitputting van € 1,3 miljoen en een overuitputting van € 1,3 miljoen. De onderuitputting betreft onder andere opleidingskosten en reiskosten. Bij deze onderuitputting speelde waarschijnlijk de coronapandemie nog steeds een rol, waardoor opleidingsmogelijkheden in het kader van het Persoonlijk OntwikkelBudget (POB) minder werden benut en er minder werd gereisd. De overuitputting betreft een herberekening van de benodigde verplichte storting in de voorziening voor aangekocht verlof in het kader van het individueel keuzebudget conform de cao.
Toerekening aan de programma’s en investeringen
Binnen de begroting en de rekening worden de capaciteitskosten toegerekend aan de begrotingsprogramma’s en taakvelden. Dit betreft de totaal ingezette capaciteit inclusief extern ingehuurde capaciteit volgens het capaciteitssturingsbeleid.
Alle kosten van capaciteit worden verzameld bij de sectoren en vervolgens over de programma’s verdeeld met een verdeelsleutel op basis van begrote capaciteitsinzet. Daarmee wordt de inzet toegeschreven aan de opgave(n) waar de provincie voor staat.

Toerekening capaciteitskosten aan de programma’s en investeringen


Het begrote toerekeningspercentage wordt in principe ook gebruikt voor de realisatie. Conform het capaciteitsbeleid zijn er drie redenen waarom het gerealiseerde percentage toch iets afwijkt van het begrote percentage.

  1. Onderliggend in de organisatie wordt het toerekeningspercentage verfijnd tot het niveau van organisatorische eenheden op directieniveau. Omdat niet alle directies in gelijke mate werken aan de programma’s, ontstaan kleine afwijkingen van de begrote percentages op programmaniveau. Dit verklaart bijvoorbeeld waarom programma bereikbaarheid een percentageverschil van 20% begroot naar 19,6% in de rekening laat zien.
  2. Na de laatste begrotingswijziging kan er nog extra capaciteit worden gekocht van budget dat is begroot als opgavenbudget. Het betreft € 0,1 miljoen voor programma Groen en € 0,2 miljoen voor programma Financiën en bedrijfsvoering (Kolom B in de tabel). Ook dit veroorzaakt minimale verschuivingen in de percentages.
  3. Bij de laatste begrotingswijziging heeft een uitgebreide analyse plaatsgevonden van de aan investeringen toe te rekenen capaciteit. Deze is in de begrotingswijziging naar beneden bijgesteld. Het betreft een structureel effect, omdat de komende jaren de kosten verschuiven van investeringen in wegen en vaarwegen naar het onderhoud daarvan. Onderhoudskosten komen ten laste van het programma bereikbaarheid. Vanwege deze analyse is besloten aan investeringskredieten het geraamde bedrag van 12,6 miljoen toe te rekenen en niet het percentage van 9,2%. Het betreft een verschil achter de komma.

In de laatste begrotingswijziging was de vorming van een nieuwe voorziening opgenomen voor aangekocht verlof. Omdat op dat moment nog niet precies bekend was hoe hiermee omgegaan moest worden, is in de begroting het totale bedrag in programma 8 “geparkeerd”. In de realisatie is het begrote bedrag meeverdeeld over de programma’s met dezelfde verdeelsleutel, omdat immers medewerkers uit alle programma’s verlof gekocht kunnen hebben. Een restant naberekening van 1,3 miljoen op basis van het gerealiseerde aangekochte verlof is om administratieve redenen geheel opgenomen in programma 8 en niet in de percentages opgenomen.

Deze pagina is gebouwd op 07/05/2023 16:19:33 met de export van 07/05/2023 13:00:12