Toelichting
In 2021 hebben Provinciale Staten (PS) een stikstofstrategie vastgesteld bestaand uit twee doelen en twee sporen. De doelen: reductie en herstel. De sporen: gebiedsgericht en provinciebreed. Voor de sectoren landbouw, mobiliteit, wonen, havens-en industrie en de natuur zelf, zijn in 2022 uitwerkingen voorbereid, die dienen als bouwstenen voor het tot stand te brengen en in 2023 te leveren Provinciaal Programma Landelijk gebied. Medio 2022 is een eerste proeve van het gebiedsplan Noord-Holland geleverd. Dat is te beschouwen als de voorloper van het PPLG. Basis daarvoor is het Nationaal Programma Landelijk Gebied, het Programma Stikstofreductie en Natuurversterking van het Rijk, een aanvullend advies van Johan Remkes (Wat wel kan) en een flink aantal daarop geënte uitwerkingsbrieven van het kabinet handelend over stikstof, klimaat en water. Het NPLG beperkt zich dan ook niet tot stikstofreductie en natuurversterking gericht op Natura-2000-gebieden alleen, maar ziet op een aanpak van het gehele landelijk gebied. Het PPLG als afgeleide daarvan is een integraal programma voor heel Noord-Holland. De benadering van PS in 2021 met de doelen en sporen voor de hele provincie ‘betaalt’ zich daarmee uit. Met de maatschappelijke partners is het overleg over de aanpak in 2022 voortgezet aan de Provinciale Regietafel Stikstof, de Landbouwtafel, de Havens- en Industrietafel en met de Tereinbeherende Organisaties (TBO’s) afzonderlijk. Ook daarin is de verbreding van het PPLG doorgevoerd.
In 2022 is in Laag Holland een integraal gebiedsprogramma opgeleverd, met een koers voor deze regio en voor de afzonderlijke deelgebieden. Het proces om tot dit resultaat te komen heeft drie jaar in beslag genomen. Zo’n periode is nodig om draagvlak en diepgang te verwerven. Zo is met de landbouworganisaties bezien hoe de overheidsdoelen kunnen worden vertaald in kritische prestatie-indicatoren op bedrijfsniveau bij veehouderijbedrijven. Bestuurders van overheden, landbouw- en natuurorganisaties hebben aan tafel gezeten hoe zij hun eigen instrumentarium kunnen inzetten voor elkaars doelen om meer synergie in de uitvoering te krijgen. Parallel zijn een aantal gebiedsprocessen in 2022 -en sommige al eerder- opgestart in de deelgebieden. Niet eenvoudig in tijden met omgekeerde vlaggen in het landelijk gebied, maar toch wordt gestaag gewerkt aan het opbouwen van vertrouwen. Daartoe zijn externe werkgroepen opgericht, veel bedrijven bezocht en diverse bestuurlijke overleggen georganiseerd.
Prioriteiten
In 2022 werkten wij aan de volgende prioriteiten:
- Versnelling van de realisatie van het NNN, de uitvoering van natuurherstelmaatregelen in bestaande natuurgebieden en het terugdringen van de stikstofuitstoot door middel van een gebiedsgerichte aanpak (5.1.1.).
- Uitvoering van het Masterplan biodiversiteit en de Bossenstrategie (5.1.1.).
- Verdere besteding van middelen uit het Investeringsbudget Landschapsversterking (5.1.1.).
- Totstandkoming resp. uitvoering van de gebiedsprogramma’s Laag Holland (5.1.4.), Groene Uitweg (5.1.2) en Oostelijke Vechtplassen (5.1.3).
Omgevingsfactoren
De uitvoering van provincie beleid wordt beïnvloed door:
- Klimatologische en fysisch-geografische omstandigheden, zoals temperatuurwisselingen en neerslag, droogte, bodemgesteldheid, zeespiegelstijging en verzilting.
- Niet, of slechts zeer beperkt door ons te beïnvloeden ecologische factoren, zoals populatiedynamiek van dier- en plantensoorten en de aanwezigheid van invasieve exoten (dier- en plantensoorten die niet op eigen kracht, maar door toedoen van de mens in Nederland terecht zijn gekomen).
- Wet- en regelgeving, financiële mogelijkheden en beschikbare capaciteit van andere overheidsorganisaties.