1. Verkeerde Wet milieubeheerprocedure en fouten bij Wabo-procedure
De uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) taken op grond van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht en daarop betrokken wetten is gemandateerd aan omgevingsdiensten. Als mandaatgever is en blijft de provincie verantwoordelijk voor de vermogensrechtelijke gevolgen van de namens de provincie genomen besluiten. Bij vergunningverlening bestaat het risico dat onterecht vergunningen, ontheffingen of vrijstellingen worden verleend, gewijzigd of geweigerd. Hierdoor kunnen financiële gevolgen voor bedrijven of derden ontstaan. Dit geldt ook voor een handhavingsbesluit dat niet terecht tot stand komt, of een rechtsongelijkheid bij toezicht. Fouten in de procedures kunnen er toe leiden dat bedrijven schadeclaims indienen bij de provincie en dat er afbreuk wordt gedaan aan het imago van de provincie. Schadeclaims kunnen oplopen tot een bedrag van circa € 3 miljoen.
De provincie heeft privaatrechtelijke overeenkomsten gesloten met de omgevingsdiensten over de eisen waaraan de vergunningverlening, toezicht en handhaving moeten voldoen. De aansprakelijkheid voor tekortkomingen in de uitvoering van de VTH taken ligt tot het bedrag van de betreffende dienstverlening bij de omgevingsdiensten De omgevingsdiensten dienen te voldoen aan de Verordening kwaliteit VTH omgevingsrecht. In de rol van opdrachtgever bewaakt de provincie dit.
2. Kosten opruimen afvalinrichting
De provincie is bevoegd gezag voor majeure risicobedrijven. In het geval dergelijke bedrijven in continuïteitsproblemen komen, mogelijk resulterend in een faillissement, dan ‘kan’ het bevoegd gezag de eventuele opruim- en saneringskosten moeten dragen. Er kunnen verschillende oorzaken zijn voor continuïteitsproblemen, zoals een incident of brand, marktfalen, wijziging van regelgeving waardoor bepaalde afvalstromen niet meer mogen worden verwerkt of als gevolg van handhavend optreden namens de provincie of het intrekken/weigeren van de vergunning door de provincie. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt het mogelijk bij dergelijke bedrijven een financiële zekerheidsstelling te eisen. Hiervoor moet wel ná de inwerkingtreding van de Omgevingswet de vergunning van de betreffende bedrijven worden geactualiseerd. Tot dat moment is de provincie verantwoordelijk voor dit risico. Het gaat om zo’n 145 bedrijven.
3. Wateroverlast: natuurontwikkeling Texel
Het risico betreft mogelijke wateroverlast als gevolg van meerdere peilopzetten bij een Natuurontwikkelingsproject. Hoewel redelijker wijs alle voorzorgsmaatregelen zijn genomen, is een gebeurtenis op voorhand nooit uit te sluiten. Wateroverlast zal allereerst gevolgen hebben voor agrarische productie. In periodes van droogte kan verzilting optreden. Vanwege dit laatste effect is de kans op botulisme in warme droge zomers gering. Daarnaast zijn er voorzieningen waarmee altijd water kan worden in- of uitgelaten.
De eerste fase van het project is in 2019 gestart. De eerste peilopzet is in 2020 uitgevoerd. In 2023 zijn de laatste werkzaamheden uitgevoerd. Eind 2022 is de derde peilopzet uitgevoerd. De verwachting is dat in 2024 de laatste kleine aanpassing aan het peil kunnen worden doorgevoerd. Bij de aanvang van het project is een 0- meting gedaan. De provincie zal t/m 2030 het waterpeil in het gebied blijven monitoren en de resultaten met het Hoogheemraadschap delen.
Als er ondanks alle onderzoeken en mitigerende maatregelen toch daadwerkelijk waterschade optreedt, wordt gekeken wat de oorzaak is van deze schade. Eventuele schade, voortvloeiende uit direct aan het project toerekenbare gevolgen, wordt vergoed. Het Hoogheemraadschap bekijkt wat de oorzaak is en wie hiervoor verantwoordelijk is. De provincie staat garant voor de betaling van de schadevergoeding. Schade die niet het gevolg is van het project of daaraan niet kan worden toegerekend valt hier dus buiten.