Jaarrekening

Overzicht van baten en lasten en toelichting

Wat heeft het gekost? (x € 1.000)

Programma 6

Economie, cultuur en welzijn

Jaarrekening
2021

Ontwerp begroting 2022

Actuele begroting 2022

Jaarrekening 2022

Bedrag verschil

Begroting 2023

Lasten

38.862

37.710

52.309

51.341

968

40.832

Baten

-2.918

-72

-4.935

-5.071

136

0

Saldo van baten en lasten

35.944

37.638

47.374

46.270

1.104

40.832

Stortingen reserves

21.251

13.223

16.358

16.358

0

15.559

Onttrekking reserves

-13.460

-13.900

-20.840

-18.109

-2.731

-16.358

Resultaat

43.735

36.961

42.892

44.519

-1.627

40.033

Toelichting

#

Specificatie

OD

Bedrag  
x € 1.000

V/N

Dekking

Lasten

968

V

1.

Ruimtelijke vestigingsklimaat bevorderen

6.1.1

640

V

Reserve Herstructurering bedrijventerreinen

2.

Een innovatief klimaat bevorderen

6.1.2

-1.359

N

Reserve MKB/ SPUKF14/SPUKF25

3.

Een duurzame agrosector behouden en versterken

6.1.4

261

V

4.

Europese landbouwprojecten cofinancieren

 6.1.5

295

V

Reserve Europese landbouwprojecten

5.

Bovenlokale culturele samenwerking ondersteunen

6.2.1

330

V

6.

Investeren in behoud en herbestemming monumenten

6.4.1

699

V

Reserve Monumenten

7.

Capaciteitskosten

-66

N

Overige verschillen afzonderlijk ≤ €250.000

168

V

Baten

136

N

1.

Een innovatief klimaat bevorderen

6.1.2

-260

N

Reserve MKB/ SPUK F14/SPUK F25

2.

Europese landbouwprojecten cofinancieren

6.1.5

319

V

Reserve Europese landbouw projecten

Overige verschillen afzonderlijk ≤ €250.000

77

V

Stortingen

0

N

Overige verschillen afzonderlijk ≤ €250.000

0

N

Onttrekking

-2.731

N

1.

Ruimtelijke vestigingsklimaat bevorderen.

6.1.1

-462

N

Reserve  Herstructurering bedrijventerreinen

2.

Een innovatief klimaat bevorderen

 6.1.2

-482

N

Reserve  MKB

3.

Europese landbouwprojecten cofinancieren

6.1.5

-1.158

N

Reserve Europese landbouw projecten

4.

Investeren in behoud en herbestemming monumenten

6.4.1

-655

N

Reserve Monumenten

Overige verschillen afzonderlijk ≤ 250.000

26

V

Lasten

1. Ruimtelijke vestigingsklimaat bevorderen - 6.1.1

Voor een aantal regelingen met betrekking tot duurzaam ruimtegebruik en herstructurering van bedrijventerreinen is minder uitgegeven (€ 462.000).

  • UVR Winkelgebieden. De regeling is onlangs geëvalueerd. Daaruit blijkt dat met name in de kleinere gemeenten in het noordelijk deel van de provincie de aanvragen achterblijven (€ 200.000).
  • UVR Ondersteuning Toekomstbestendige Werklocaties het aantal aanvragen is achtergebleven door de gemeenteraadsverkiezingen waardoor minder projecten in voorbereiding zijn gekomen (€ 125.000).
  • Pilots verblijfsrecreatie en Revitalisering verblijfsrecreatie. Deze sector hard is getroffen door corona waardoor voor verblijfsrecreatie ondernemers de afgelopen jaren in het teken stond van overleven en men niet met verduurzaming en innovatie aan de slag kon gaan (€ 79.000).

Overige afzonderlijke verschillen (totaal € 235.000) zijn kleiner dan € 250.000.

2. Een innovatief klimaat bevorderen -  6.1.2

Het Participatiefonds Duurzame Economie Noord-Holland (PDENH) heeft over 2022 een negatief resultaat behaald van € 2,2 miljoen. Voor het verschil tussen de oorspronkelijke kapitaalverstrekking en het eigen vermogen van PDENH is een voorziening getroffen. Vanwege het lagere eigen vermogen van PDENH is een bedrag van € 2,2 miljoen aan deze voorziening toegevoegd.
Voor de MIT regeling topsectoren is minder uitgegeven. Dit valt onder andere te verklaren doordat minder verleningen plaats hebben gevonden (dit betreft zowel lasten die uit de reserve MKB worden gedekt als vanuit de SPUK regelingen F14 en F25):

  • MIT regeling R&D projecten 2021 hierbij zijn een aantal subsidies lager vastgesteld dan de initiële toewijzingen. Deze verschillen zijn teruggevorderd (€ 309.000 minder uitgegeven).  
  • MIT regeling Haalbaarheid 2022, hierbij was het percentage weigeringen meer dan 50%, als gevolg van te lage kwaliteit van de subsidie aanvragen (€ 228.000 minder uitgegeven).
  • Overige afzonderlijke verschillen (totaal € 310.000) zijn kleiner dan € 250.000.

3. Een duurzame agrosector behouden en versterken – 6.1.4

Voor een aantal regelingen is minder uitgegeven:

  • 'De UVR Gebiedsinitiatieven, omdat een aantal projecten de minimale drempelscore niet behaalden zijn deze niet toegewezen. Alleen impactvolle projecten krijgen subsidie gekoppeld aan de doelen van de Voedselvisie (€ 80.000).
  • De subsidieaanvraag Aeres Hogeschool/lectoraat bodem is te laat ingediend, waardoor het niet meer mogelijk was om tijdig de subsidiebeschikking nog op te stellen (€ 50.000).
  • Overige afzonderlijke verschillen (totaal € 131.000) zijn kleiner dan € 250.000.

4. Europese landbouwprojecten cofinancieren - 6.1.5

Voor Europese projecten landbouw subsidies zijn minder subsidies toegekend (€ 295.000).

5. Bovenlokale culturele samenwerking ondersteunen - 6.2.1

COVID-19 heeft binnen de cultuursector lang doorgewerkt en heeft ook nog effect in 2023. De COVID-19 maatregelen hebben er toe geleid dat veel inzet en tijd van provincie en gemeenten is gaan zitten in de realisatie/uitvoering van de 3e tranche van het noodfonds met als gevolg dat minder is uitgegeven aan de opdrachten voor regionale samenwerking gemeenten.
Ook voor het noodfonds zelf is minder uitgegeven omdat de feitelijke aanvragen van gemeenten lager bleken.

6. Investeren in behoud en herbestemming monumenten - 6.4.1

Voor de subsidie regelingen gerelateerd aan onderhoud en behoud van monumenten is voor  enkele regelingen minder uitgegeven, onder andere:

  • UVR Restauratie Prov. Monumenten, er is geprobeerd alle vergunningen op tijd rond te krijgen, maar dat is niet gelukt, waardoor € 395.000 euro doorgeschoven is naar 2023.
  • Opdrachten t.b.v. Rijks-/provinciale Monumenten. Vanwege het net in werking getreden beleidskader Erfgoed en Cultuur zijn er weinig opdrachten en onderzoeken uitgezet om het beleid uit te rollen of te evalueren (€ 84.000 minder uitgegeven).
  • Overige afzonderlijke verschillen (totaal € 220.000) zijn kleiner dan € 250.000.

7. Capaciteitskosten

Voor de toelichting op de capaciteitskosten van programma 6. Economie, cultuur en welzijn wordt naar de toelichting in paragraaf Bedrijfsvoering verwezen.
Baten

1.  Een innovatief klimaat bevorderen - 6.1.2

De lagere baten, betreft de cofinanciering vanuit het EZK voor de MIT regelingen topsectoren (SPUK regelingen F14 en F25), als gevolg van lagere verleningen, zie ook voor de inhoudelijke toelichting lasten nr. 2.

2.  Europese landbouwprojecten cofinancieren - 6.1.5

Het Regiebureau POP heeft de mogelijkheid om Technische Bijstand te kunnen declareren voor Nederland. Hierdoor is een deel van de reeds betaalde uitvoeringskosten geretourneerd namelijk € 319.000 euro. Overige afzonderlijke verschillen (totaal € 55.000) zijn kleiner dan € 250.000.
Onttrekkingen reserves

1. Ruimtelijke vestigingsklimaat bevorderen - 6.1.1

Voor een aantal regelingen met betrekking tot duurzaam ruimtegebruik en herstructurering van bedrijventerreinen is minder uitgegeven (€ 462.000) zie ook lasten nr. 1.

2. Een innovatief klimaat bevorderen - 6.1.2

Ten behoeven van de uitvoering MIT regelingen topsectoren is € 412.000,- aan capaciteitskosten ten laste gegaan van de reserve MKB. Overige afzonderlijke verschillen (totaal € 70.000) zijn kleiner dan € 250.000.

3. Europese landbouwprojecten cofinancieren- 6.1.5

Voor Europese projecten landbouw subsidies zijn minder subsidies toegekend (€ 295.000). Als onderdeel van POP3 was een garantie (€ 599.000) voor een lopend project opgenomen, deze garantie is niet meer van toepassing. Aanvullend hierop de geretourneerde technische bijstand (€ 319.000) zie ook baten nr. 2.

4. Investeren in behoud en herbestemming monumenten- 6.4.1

Voor de subsidie regelingen gerelateerd aan onderhoud en behoud van monumenten is voor  enkele regelingen minder uitgegeven, zie lasten nr. 6.

Deze pagina is gebouwd op 07/05/2023 16:19:33 met de export van 07/05/2023 13:00:12